Het ambt Montfort
Het Hertogdom Gelre
Het Hertogdom Gelre bestaat oorspronkelijk uit 4 delen (kwartieren): Het kwartier Nijmegen, Arnhem (ook wel Veluwe genoemd) Zutphen en het Overkwartier. Het laatste heeft eerst als hoofdstad Gelder, daarna Roermond.Het Overkwartier van Gelre
Grote delen van Midden- en Noordlimburg en het aangrenzende Duitse gebied vormen tot 1794 een staatkundige eenheid: het overkwartier van Gelder. Alleen links van de Maas ten hoogte van Roermond liggen naast enkele vrije heerlijkheden delen die behoren bij het prinsbisdom Luik en later ook Pruisische delen, rechts van de maas grenst het overkwartier aan het hertogdom Gulick, later Pruissen.Het ambt Montfort
- 1247. De eerste heer van Montfort was zover bekend Hendrik van Gelder, bijgenaamd van Montfort, een zoon van Gerard III, Graaf van gelder. Deze werd op zeer jonge leeftijd, 10 october 1247, tot bisschop van Luik gekozen. Nadat deze vorst terugkeerde van het beleg van Mechelen, liet hij een sterke toren, die de hertog van Brabant bij Wijck-Maastricht had laten bouwen, omverhalen en de stenen dienden tot versterking van zijn burcht in Montfort.
- 1277. In 1277 kwam Reinoud I, graaf van Gelder, in het bezit van de heerlijkheid Montfort en de omliggende plaatsen Nieuwstad, Linne, Echt, Vlodrop, Roosteren, Posterholt en Odiliënberg. Deze waren hem door zijn oom, de bisschop van Luik, overgedragen
- 1339. De hertog van Gelder is sinds 1339 de landsheer van zowel het overkwartier van Gelre als ook de andere delen van het hertogdom. Het Overkwartier is eveneens sinds deze tijd verdeeld in een aantal bestuursdistricten, waarvan het Ambt Montfort er een is. Dit bestaat vanaf dan uit Echt, Nieuwstadt, Roosteren, Ohé en Laak, Maasbracht, Linne, Montfort, St. Odiliënberg, Posterholt, Vlodrop, Elmpt, Asselt, Swalmen, Beesel en Belfeld. Het administratieve centrum is het kasteel van Montfort, waar de drost en de rentmeester zetelen. De Drost moet het kasteel verdedigen en de boetes van de diverse schepenbanken innen. (Het ambt kent vele schepenbanken. Ten noorden van Roermond zien we de schepenbank van Asselt/Swalmen en de schepenbank van Beesel/Belfeld). De rentmeester is verantwoordelijk voor de domeingoederen (bossen, molens, boerderijen) van de landsheer en de diverse belastingen. Opvallend is dat in dit verder aaneengesloten gebied van het ambt Montfort Roermond en Maasniel ontbreken. Maasniel was onderdeel van de vrije heerlijkheid Daelenbroeck en hoorde van oudsher kerkelijk bij het bisdom Luik. Veel bezittingen van Daelenbroeck behoren overigens bij diverse kloosters van Roermond. Na 1715 hoort ook Daelenbroek administratief bij Gelre, alhoewel dit nog enkele keren betwist wordt. Ook Gulick heeft over sommige zaken juridische zeggenschap. (zie document over Daelenbroek). Roermond heeft stadsrechten en is daardoor onafhankelijk van het ambt Montfort, maar toch zijn er banden. In 1611 wordt graaf Frederick van den Berghe in Roermond ingehaald als stadhouder en in 1647 dringt graaf Herman van den Bergh aan op betaling van datgene, wat de stad aan het huis Montfort schuldig is. De stad neemt daarvoor 200 rijksdaalders op bij Margriet van Meijsenborghals. Roermond op zijn beurt had sinds eind 14e eeuw rechten op brouwersaccijnsen van alle brouwerijen van het ambt Montfort en ook de tolrechten van het ambt. Ook stapelrechten werden afgedwongen in de Montfortse regio (zie ook het document over de stad in de middeleeuwen)
- Verpandingen. Montfort wordt meerdere keren verpand: in 1492 wordt het door Hertog Karel van Egmont aan Robert van Arenberg afgestaan, die het weer in handen van de Brabanders speelde. Keizer Maximiliaan verpandde het vervolgens aan de Vorst van Anhalt. In 1509 ging het weer terug naar Maximiliaan. Staatsrechterlijk blijft het steeds onder Gelre, maar de heerlijke rechten worden door anderen geïnd.
- 1543. Het Overkwartier Gelre komt met het verdrag van Venlo van 1543 rechtstreeks aan de Spaanse koning, die hiermee tevens Hertog van Gelre wordt. (Vanaf 1543 dus achtereenvolgens Karel V en Philips II). De andere kwartieren met als hoofdstad Arnhem verklaren zich onafhankelijk.
- 1580. Roermond wordt hoofdstad van het overkwartier van Gelre (i.p.v. Geldern)
- 1624. In 1624 verwerft graaf Hendrik van den Bergh (o.a. heer van Stevensweert en stadhouder van Gelder) de complete verpanding van het ambt Montfort, waardoor al de inkomsten en belastingen aan hem toekomen. (de zogenaamde heerlijke rechten). Dit vanwege zijn grote verdiensten en steun bij de oorlogen van de koning van Spanje.
- 1648. In 1648, na de 80-jarige oorlog, komen de heerlijke rechten bij de prins van Oranje als compensatie voor andere verloren gegane gebieden.
- 1702. De heerlijke rechten van het ampt Montfort worden na het overlijden in 1702 van Stadhouder Willem III, en het aanbreken van het stadhouderloze tijdperk, opgeëist door de Koning van Pruisen.
- 1715. In 1715 wordt met het barriëretractaat het hertogdom Gelre verdeeld in een Staats deel, een Pruisisch deel, een Gulicks deel en een Oostenrijks deel. De onafhankelijke status van Daelenbroek wordt opgeheven en Daelenbroek komt nu samen met Asselt, Swalmen, Elmpt en Roermond bij het Oostenrijkse deel van het Overkwartier van Gelre. Asselt, Swalmen en Elmpt worden hiermee dus feitelijk losgeweekt van het ambt Montfort. Ook doordat de heer van Hillenraad grote rechten verwerft (zie ook het document over graven en hertogen) zijn Swalmen en Asselt onafhankelijk van het ambt Montfort. Roermond probeert wel ook m.b.t. Swalmen en Asselt tol- en stapelrechten te handhaven, net als met de overgebleven delen van het ambt Montfort. Deze overgebleven delen van het ambt Montfort komen souverein bij de staten van Nederland. De heerlijke rechten behoren nog steeds aan de koning van Pruisen.
- 1769. In 1769 worden de heerlijke rechten van het ambt Montfort teruggekocht door de prins van Oranje.
- 1794. In 1794 worden al de adellijke privileges en rechten door de Fransen nietig verklaard. Zowel het ambt Montfort als de rest van het overkwartier van Gelre houden daarmee op te bestaan. Tot 1814 hoort het hele gebied bij Frankrijk.