Weimar
Als je aan Weimar denkt denk je misschien aan de Weimar Republiek. De periode na de eerste wereldoorlog tot de tijd van Hitler. Nadat Koning Wilhelm was afgezet en gevlucht naar Nederland werd in Weimar in het nationale theater de republiek uitgeroepen en deze stad bleef een belangrijk centrum als hoofdstad van de deelstaat Thüringen. Of misschien denk je aan het Bauhaus, dat opgericht werd in Weimar en al zijn nieuwe ideeëen hier als eerste ging uitproberen. Daarvoor was er al veel gaande, de bekende Belgische architect Henry van de Velde was er gaan wonen en probeerde samen met kunstvrienden bijv. het gebruik van andere lettertypes uit en ook werden er nieuwe ideeën in de architectuur verwezenlijkt. Maar voor vooral de Duitsers is Weimar de stad van Goethe, met zijn grote Goethe huis (nu museum), waar hij een groot deel van zijn leven heeft gewoond en gewerkt. Nog anderen trekken naar Weimar, omdat het de stad is waar Bach aan zijn indrukwekkende carriëre begon aan het hof van de hertog van Saksen-Weimar. Het is ook de stad waar Franz Liszt jaren heeft gewoond en gewerkt. De kunstenaar Lucas Cranach was er aktief en is er ook begraven. Daarnaast gaat er van de stad een enorme rust uit, het leven is er aangenaam en ongedwongen. De oude binnenstad is voor een groot deel prachtig behouden en bevat gebouwen uit vele tijdperken. Met zijn 65000 inwoners is het een relatief kleine stad maar met een enorm rijke cultuur en verleden. Er is een Conservatorium en een kunsthogeschool (De Bauhaus Universität)
Goethe is waarschijnlijk groot geworden, niet alleen door zijn geschriften, maar vooral door de ondersteuning van hertog Carl August. De hertog was zeer kunstminnend en een aanhanger van de verlichtingsideeën. Hij nodigde in 1775 Goethe aan zijn hof uit en die ontmoeting leidde tot een levenslange vriendschap. Zo schonk de hertog aan Goethe een mooi tuinhuis met tuin in het park. Er zijn meerdere Goethe standbeelden in de stad, net als bijv. in Leipzig, waar Goethe op de universiteit heeft gestudeerd en ook tekenles kreeg. Daar zie je een standbeeld van Goethe als jongeling met de portretten van zijn eerste geliefde "Frau von Stein" en zijn vrouw Christiane Vulpius. Met deze vrouw is hij in de Jacobuskerk van Weimar getrouwd, en Christiane Vulpius is op het kerkhof rond deze kerk begraven. Goethe had veel invloed aan het hertogelijke hof en zorgde er voor dat Johann Godfried Herder een aanstelling kreeg als "Generalsuperintendant". Hij kon zich vanuit die positie ontwikkelen tot een belangrijk schrijver, waarbij vooral de filosofische geschriften en de volksliederenverzameling opvallen. Ook van Herder is er een standbeeld en er is zelfs een plein naar hem genoemd. Ook Schiller kon door de ondersteuning van Goethe een betrekking krijgen aan de universiteit van Jena. Schiller heeft jaren in Weimar gewoond en is in de Jacobuskerk begraven in 1811. Zijn graf is later verloren gegaan. Men dacht het terug gevonden te hebben, maar DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat de gevonden beenderen niet die van Schiller kunnen zijn. In de Fürstengruft op het grote kerkhof van Weimar zijn Goethe en Schiller herbegraven, maar na de DNA-ontdekking is de kist van Schiller leeggemaakt. De invloed van Goethe ging ver: toen het hertogelijke paleis was afgebrand was Goethe een van de leidende figuren bij de wederopbouw en herinrichting van de nieuwe zalen. Veel van dit alles kun je nog steeds zien: het paleis is tegenwoordig een kunstmuseum. Niet alleen wordt er kunst van vele eeuwen getoond, maar ook de inrichting en zalen van de 18e en 19e eeuw zijn indrukwekkend. Er is bijv. een prachtige balzaal, ook staat er nog een vleugel waar Franz Liszt op heeft gespeeld.
Al in 1860 onstond de groothertogelijke hogeschool voor de kunsten. De Belgische architect en schilder Henry van de Velde richtte in 1907 een kunstnijverheidsschool op. (zoals ook in Wenen en Schotland dergelijke scholen ontstonden in die tijd.) In 1919 werd het Bauhaus opgericht met steun van de staat. Eerste directeur was de uit Wenen afkomstige Walter Gropius, minnaar en tweede echtgenoot van Alma Mahler. In de stad is een Bauhausmuseum.
Er zijn vele kerken in Weimar. Wij bezochten de Jacobuskerk, met er omheen het oudste kerkhof van Weimar. Je kon gratis de toren beklimmen en over de stad uitkijken. Interessant was ook de Petrus en Pauluskerk, met veel kunstwerken, o.a. met een wereldberoemd altaarstuk van Lucas Cranach. Jammer genoeg stond het stuk in de steigers, het werd op dit moment gerestaureerd.Hieronder een fotoreportage. Deze is gemaakt in javascript en werkt daardoor niet op een ipad, wel op telefoons of tablets met android systeem. Je kunt van foto naar foto navigeren via de knoppen onder de eerste foto, of via start alles automatisch laten afspelen. Tussendoor kun je stoppen en bij start gaat de reportage verder waar je gebleven was.