Leipzig

Leipzig was in de DDR-tijd de tweede stad van het land, achter Berlijn. Met meer dan een half miljoen inwoners dus 10 keer zo groot als Weimar. Deze grootte zit natuurlijk vooral in de buitenwijken, de oude binnenstad is ook in dit geval heel goed behapbaar. Leipzig dankt al vroeg zijn reputatie en groei aan de universiteit uit 1409 (een van de oudste van Europa) en aan de handel. Rond het jaar 900 werd aan beide oevers van de rivier de Parthe een nederzetting gesticht. Voor de eerste keer wordt de naam Leipzig (afgeleid van Linde) vermeld in 1015. Al in 1165 kreeg de nederzetting stadsrechten. Tegelijk werden toen de Thomaskerk en de Nicolaikerk gebouwd. Het gebied ging in 1439 op in Saksen, waar Leipzig aanvankelijk de hoofdstad van was. Dresden was toen nog een vrij onbeduidende plaats.

De stichtingsdag 2 december van de universiteit is nog steeds jaarlijks de "dies academicus" van de universiteit. In 1519 troffen Luther, Karlstadt en Melanchton elkaar in de universiteit om in debat te gaan met de katholieke theoloog Joannes Eck, dit op uitnodiging van de universiteit. Deze discussie is de geschiedenis ingegaan als de "Leipziger Disputation". In 1539 werd de stad officieel Luthers.

In 1497 kreeg de stad stapelrecht tot een omtrek van maar liefst 115 km en dat leidde er toe dat de handel van de hele omgeving zich diende te concentreren op Leipzig. Zo is de Leipziger beurs ontstaan. Belangrijk was oorspronkelijk vooral de pelshandel, en daardoor ook de pelsbewerking en het maken van werktuigen daarvoor. Nog in 1913 was 40% van de handel gericht op pelsartikelen. In de 19e en 20e eeuw werd ook de internationale handel in artikelen als rookwaren en specerijen belangrijk. Er vestigde zich al in de middeleeuwen een zeer grote joodse gemeenschap in de stad. In 1701 werd straatverlichting ingevoerd, met 700 olie-lantaarns, gemaakt naar Amsterdams voorbeeld. In 1839 was de spoorlijn Leipzig-Dresden de eerste lange afstandsverbinding over het spoor in het huidige Duitsland. Het hoofdstation van Leipzig, gebouwd tussen 1902 en 1915, was een van de allergrootste stations van Europa. Al in de 16e eeuw ontstond er in de stad een soort waterleidingssysteem. En in 1650 werd er een krant opgericht die 6 keer per week verscheen, daarmee geldt deze krant als het oudste dagblad van de wereld.

Leipzig is altijd een belangrijke stad gebleven voor uitgeverijen, zowel kranten, tijdschriften, boeken maar ook bijv. muziekuitgeverijen. (Breitkopf & Härtel). Toen in 1825 de beursvereniging van Duitse boekhandelaren werd opgericht was Leipzig het voornaamste centrum daarvan. Het eerste "echte" conservatorium in de wereld werd door Mendelssohn in Leipzig gesticht in 1843. Parijs imiteerde de lesopzet zoals door Mendelssohn uitgevonden en de sporen van die aanpak vind je nog steeds terug op de meeste conservatoria (schrijven van fuga's bijv.). Gaan we iets meer terug in de tijd: De Thomaskirche had een grote muziekschool waar zangers en muzikanten werden opgeleid om te functioneren bij de diensten in de Thomaskirche. Jaren is Bach daar de hoogste baas van geweest en hij heeft zijn mooiste werken geschreven in de jaren dat hij werkte in Leipzig. De Thomaskirche is ook de plaats waar hij begraven ligt en voor veel muziekliefhebbers is die plek een soort bedevaartsoord. Maar in de stad studeerden ook allerlei bekende mensen. De stamkroegen waar ze kwamen staan er nog steeds. Zo heb je "Auerbachs Keller", daar zag Goethe een afbeelding van de sage van Faust, en hij kwam op het idee om deze op zijn manier op tekst te zetten. Hij werd er op slag wereldberoemd door en het verhaal van Faust is door vele mensen uitgewerkt tot bijv. opera of symfonisch gedicht. In Auerbachs Keller zie je nu scenes uit het toneelstuk van Goethe in beeldhouwwerk neergezet. Het huis "zum Arabischen Kaffee Baum" was de stamkroeg van Schumann in de tijd dat hij in Leipzig woonde. Hij stichtte er de "Davidsbond" met zijn vrienden en schreef er de "Davidsbündlertänze. Beroemde stamgasten waren bijv. naast Schumann ook Mendelssohn, Max Klinger en later is ook Anton Webern er nog geweest. Van tientallen kunstenaars die in dit café kwamen zijn in plastiek de afbeeldingen weergegeven aan de wanden. Het is een huis waar je op meerdere verdiepingen kunt zitten, er is ook een Weens en een Frans café, waar allerlei soorten specialiteiten en ook bonbons worden geserveerd.

Zwaar te verduren had de stad het tijdens de dertigjarige oorlog van 1618-1648. De stad werd maar liefst acht keer belegerd en het inwoneraantal slonk van 18000 tot 12000. In de laatste periode van die oorlog was de stad gedurende 8 jaar bezet door Zweedse troepen. Ruim een eeuw later is de stad van 1756-1763 door Pruissen bezet in de zevenjarige oorlog. En dan was er natuurlijk de volkerenslag bij Leipzig in 1812, waar Napoleon werd verslagen. In een buitenwijk van de stad staat een enorm gedenkteken dat herinnert aan deze enorm bloedige strijd.

Tengevolge van de industrialisatie (vooral de bruinkoolwinning en de verwerking ervan) steeg het inwoneraantal in de 19e eeuw rap. Al in 1871 telde de stad 100.000 inwoners. In 1879 werd in Leipzig de hoge raad gevestigd. Na de eerste wereldoorlog werden daar bijv. oorlogsmisdaden onderzocht en schuldigen berecht. Vanaf 1933 werd het een instrument van Hitler om tegenstanders te elimineren. Marinus van der Lubbe werd er bijv. veroordeeld. Eerder werd op demarkt voor het raadhuis Woyzek geëecuteerd begin 19e eeuw. Büchner schreef er een drama over en Alban Berg maakte daar weer een opera van. In 1945 werd het rechtsgebouw opgeheven. Tussen 1943 en 1945 werd de stad vaak getroffen door luchtaanvallen, waardoor 60% van de binnenstad werd vernield en er 6000 doden vielen. De stad werd ingenomen door de Amerikanen maar het gezag werd overgedragen aan de Russen. Tot 1989 hoorde de stad bij de DDR.In de Nicolaikerk begonnen vreedzame betogingen tegen de DDR, elke maandag weer. Hier deden ook mensen als Kurt Masur, dirigent van het Gewandhausorkest, aan mee. De laatste demonstratie leidde tot een vreedzame optocht met kaarsen van maar liefst 25000 mensen door de stad. De autoriteiten durfden niet in te grijpen. Dit werd bekend over de hele wereld en leidde de vreedzame overgang in naar het verenigde Duitsland van nu. Gedenktekens rond de Nicolaikirche zoals een zuil en een plakkaat herinneren daar aan.

Als je nu door de binnenstad loopt valt de enorme variatie aan bebouwing op. Je hebt nog de middeleeuwse kerken zoals de Thomaskirche en de Nicolaikirche. Je hebt heel veel barokgebouwen van vooral rond 1700. Je ziet veel panden uit de 19e eeuw en begin 20e eeuw, gebouwd in eclectische stijlen of met jugendstil-elementen. Er zijn vele binnenpleinen, oorspronkelijk opgezet als handelsplekken. Pleinen met daaromheen prachtige hoge gebouwen met boven in de huizen lagerplaatsen voor handelswaar met takelhaken aan de muur. Op de binnenplaats werd dan handel gedreven. Nu zijn daar vaak mooie winkels en op de pleintjes terrasjes. Dan is er natuurlijk het mooie historische stationsgebouw, nu met veel winkels en horeca, over meerdere verdiepingen. Je hebt treinen die in lagen over elkaar heen gaan, zo is er een oben- en een tiefstation. Verder is er prachtige nieuwe architectuur in de stad, zoals die van het nieuwe universiteitsgebouw of het zogenaamde City-Hochhaus. En dan heb je de "glazen kast" waar het MBK in is gevestigd (Museum der Bildende Künste)

Wij hebben een nacht geslapen in het Fregehaus, gebouwd in 1706-1707. Oorspronkelijk was dit een barok koopmanshuis. Opvallend is een hoog zadeldak met vier rijen dakvensters. De benedenverdieping heeft buitengewoon hoge gewelven, de ingang loopt via een poort door een boogvormige ruimte met kruisgewelven. Dan kom je in een tuin waar bloemen en planten worden verkocht en waar een kunsthandel is gevestigd. Er is een zandstenen reliëf van 1535 dat getuigenis aflegt van de reformatie, een zogenaamd spotbeeld. Op de tweede verdieping en hoger is nu een hotel, waar wij dus verbleven.

De Nicolaikerk. Eerder werd al gezegd dat hier de eerste vreedzame protesten tegen het DDR-regime plaatsvonden. De prachtige Nicolaikerk, eerst gebouwd in 1180, kreeg in 1400 een gotisch koor. Tussen 1785 en 1796 werd het binnenste deel van de kerk totaal vernieuwd en vormgegeven in een revolutionaire classicistische stijl met waaierende zuilen met bladmotieven, uitlopende op een subtiele manier in het cassettendeck van het gewelf. Buiten de kerk staat een dergelijke zuil, los, als monument voor de protesten. Zo'n zuil heeft ook een soort gelijkenenis met een brandende kaars. Ook staat daar een stenen plakkaat met voetstappen. Deze voetstappen symboliseren de stille vreedzame betoging. In de tijd dat de kerk werd gemoderniseerd einde 18e eeuw, moesten de eerdere renaissance versieringen verdwijnen, waaronder schilderingen van Cranach. Die zijn nu te zijn in het MBK.

Hieronder een fotoreportage. Deze is gemaakt in javascript en werkt daardoor niet op een ipad, wel op telefoons of tablets met android systeem. Je kunt van foto naar foto navigeren via de knoppen onder de eerste foto, of via start alles automatisch laten afspelen. Tussendoor kun je stoppen en bij start gaat de reportage verder waar je gebleven was.

Leipzig    Naar hoofdpagina